Cursus Nederlands waarmee u kunt slagen voor het Basisexamen inburgering in het buitenland om MVV-visum aan te vragen.
Online cursus Nederlandse taal voor Inburgeringsexamens.
Schrijf je in voor Inburgeringscursus - MVV Trainingen
Wat u moet weten over het MVV-examen.
U wilt samenwonen met uw partner in Nederland. Mensen van buiten de EU hebben meestal een verblijfsvergunning nodig om in Nederland te wonen. Hiervoor moet u eerst het Inburgeringsexamen Buitenland doen. Deze toets gaat over de Nederlandse taal en de Nederlandse samenleving.
Vanaf 1 januari 2022 inburgeringsplicht voor nieuwkomers met Turkse nationaliteit
Vanaf 1 januari 2022 zijn nieuwkomers met de Turkse nationaliteit verplicht om in te burgeren. Om een goede start te maken in Nederland is het belangrijk dat nieuwkomers de taal leren en de Nederlandse maatschappij leren kennen. Zo kunnen zij zo snel mogelijk meedoen. Of dat nu via betaald werk, stage of vrijwilligerswerk is.
De inburgeringsplicht geldt sinds 1 mei 2020 al voor nieuwkomers uit Turkije met een asielstatus en hun gezinsleden. Vanaf 1 januari 2022 geldt deze verplichting dus ook voor gezinsmigranten die voor langdurig verblijf naar Nederland willen komen en voor overige migranten zoals geestelijk bedienaren. Kennismigranten, studenten of migranten die met een tijdelijk doel naar Nederland komen, zijn niet inburgeringsplichtig. Ook nieuwkomers met de Turkse nationaliteit die nu al in Nederland zijn en een verblijfsvergunning hebben, worden in principe niet (alsnog) inburgeringsplichtig.
Geslaagd voor het examen. Wat nu?
Als u geslaagd bent voor het examen kunt u de aanvraag voor uw mvv en verblijfsvergunning indienen. U maakt een kopie/print van de uitslagbrief. Deze stuurt u samen met uw aanvraag op naar de IND.
Zelf oefenen met studiepakket Naar Nederland
De Nederlandse overheid heeft een studiepakket laten maken met de naam Naar Nederland. Dit is lesmateriaal voor mensen die zich willen voorbereiden op het Basisexamen inburgering buitenland. In Naar Nederland zit lesmateriaal om te leren spreken, luisteren en lezen in het Nederlands. Ook kunt u hiermee oefenen voor de examenonderdelen Kennis van de Nederlandse Samenleving, Spreekvaardigheid en Leesvaardigheid. Met Naar Nederland kunt u zelf oefenen voor het examen. U kunt dit lesmateriaal bestellen of gratis downloaden via https://www.naarnederland.nl. Het examen wordt afgenomen op een computer. Als u vragen heeft, moet u die stellen aan de medewerker van de ambassade voordat het examen begint. Als het examen eenmaal is begonnen, kunt u geen vragen meer stellen. U hoeft tijdens het examen NIET te schrijven. Het basisexamen inburgering in het buitenland bestaat uit drie onderdelen:
Onderdeel KNS: Kennis van de Nederlandse samenleving
Duur : 30 minuten (bestaat uit 1 deel)
De totaalscore kan variëren van 0 tot 10. Om voor dit examenonderdeel te slagen, moet u minimaal 70% van de vragen correct beantwoorden.
Dit deel van het examen bevat 30 vragen (van de mogelijke 100) met foto's. Op het examen ziet u foto's en krijgt u de vragen. Vragen worden langzaam gelezen. U ziet en hoort twee mogelijke antwoorden, waarvan er slechts één juist is. Klik met de muis op het juiste antwoord.
Meestal levert dit deel van het examen voor niemand problemen op, omdat de antwoorden vooraf gemakkelijk te leren zijn. De vragen gaan over aardrijkskunde, geschiedenis, de politieke structuur van Nederland, de eigenaardigheden van onderwijs, gezondheidszorg, werkgelegenheid.
Hieronder vindt u daarvan een aantal voorbeelden:a) Is Nederland een democratie?b) Moet u in Nederland opnieuw uw rijbewijs halen?c) In welk deel van de wereld ligt Nederland?d) Wat betekent Nederland?e) Moet u voor een taalcursus betalen of is het gratis? f) Opa's en oma's wonen die bij hun kinderen of wonen ze apart? g) Is wapenbezit zonder vergunning toegestaan of strafbaar? h) Waarom is Anne Frank beroemd?j) Welke kolonie van Nederland wordt onafhankelijk vlak na de Tweede Wereldoorlog? Zoals u kunt zien, zijn de vragen niet zo moeilijk. Maar je moet je goed voorbereiden op vragen over leeftijd en werk (fouten komen hier het vaakst voor). Het is het beste om de antwoorden op alle vragen te onthouden, zodat het niet eens nodig is om foto's te gebruiken.
Onderdeel Spreekvaardigheid
Duur: 35 min (bestaat uit 2 delen)Om voor dit deel van het examen te slagen, moet de kandidaat bekende uitdrukkingen en uitdrukkingen die nodig zijn om specifieke taken uit te voeren, begrijpen en gebruiken. De kandidaat moet kunnen deelnemen aan een eenvoudig gesprek als de gesprekspartner langzaam en duidelijk spreekt en bereid is te helpen. Deze vaardigheden en capaciteiten komen overeen met het niveau van de vreemdetaalvaardigheid A1. De antwoorden van de kandidaat worden beoordeeld aan de hand van de volgende criteria: uitspraak; juistheid van antwoorden; snelheid van lezen; expressiviteit; begrip van de tekst.Hoe dit onderdeel van het examen verloopt:Voorafgaand aan het examen ontvangt de kandidaat een blad met instructies voor dit onderdeel. Instructies voor elk onderdeel van het examen worden ook voor aanvang van elk onderdeel op de computer gegeven in de vorm van een voorbeeld. U moet antwoorden na het signaal.Structuura) Vraag-Antwoord . Dit deel bevat een aantal eenvoudige vragen die in een normaal tempo worden gelezen. De kandidaat moet antwoorden in eenlettergrepige of korte zin. De vragen zijn van algemene aard. Voorbeelden: Waar ben je geboren? Heb je kinderen?b) Zinnen afmaken . De kandidaat hoort een korte zin. Daarna hoort hij het begin van de volgende zin die hij moet afmaken. Voorbeeld: Ik heb vandaag niets gegeten. Ik heb … (honger).
Onderdeel Leesvaardigheid
Duur : 35 min (bestaat uit 2 delen)
In dit onderdeel van het examen wordt nagegaan in hoeverre de kandidaat het Latijnse lettertype kan waarnemen en in het Nederlands geschreven teksten kan lezen en begrijpen. Om voor dit deel van het examen te slagen, moet de kandidaat bekende namen, woorden en zeer eenvoudige zinnen begrijpen, bijvoorbeeld in advertenties, op posters of in catalogi.
Hoe dit onderdeel van het examen verloopt:
Voorafgaand aan het examen ontvangt de kandidaat een blad met instructies voor dit onderdeel. Instructies voor elk onderdeel van het examen worden ook voor aanvang van elk onderdeel op de computer gegeven in de vorm van een voorbeeld. U moet antwoorden na het signaal.
Structuur
- Woorden lezen en herkennen / Woorden lezen en naar woorden luisteren
1) De kandidaat hoort het woord en moet uit 4 opties de juiste spelling kiezen.
2) De kandidaat ziet het woord op het scherm en moet kiezen uit 4 opties voor de juiste uitspraak. - Teksten lezen en vragen beantwoorden. De kandidaat krijgt 3 korte teksten en 2 vragen per tekst. De teksten bestaan uit 50-90 woorden. Onder de tekst staan 3-4 mogelijke antwoorden op de vragen. Het is noodzakelijk om de juiste te kiezen.